In a review in The New Yorker in 2019 of two books on the wrongs and rights of meritocracy (especially the wrongs, needless to say), Louis Menand defines the word handily: ‘The term “meritocracy” was invented in the nineteen-fifties with a satirical intent that has now mostly been lost. “Merit” was originally defined as “I.Q. plus effort,” but it has evolved to stand for a somewhat ineffable combination of cognitive abilities, extracurricular talents, and socially valuable personal qualities, like leadership and civic-mindedness.’
Dit boek is wellicht nog interessant ihkv het TU/e project:
"In Oude en nieuwe ongelijkheid verhaalt Kees Vuyk over goede intenties en slechte uitkomsten. De belofte van gelijke kansen gaat steeds holler klinken. Wat heb je aan gelijke kansen als je weet dat je niet in staat bent en nooit in staat zult zijn om ze te benutten, en je kinderen evenmin? Vuyk laat zien dat er, ondanks alle goede bedoelingen, in onze egalitaire samenleving een nieuwe vorm van ongelijkheid is ontstaan. Hij toont wat deze nieuwe ongelijkheid behelst, hoe ze is ontstaan en exploreert mogelijke oplossingen. Hoe bestrijden we ongelijkheid wél?"
https://www.boomfilosofie.nl/product/100-7612_Oude-en-nieuwe-ongelijkheid
Dit boek is wellicht nog interessant ihkv het TU/e project:
"In Oude en nieuwe ongelijkheid verhaalt Kees Vuyk over goede intenties en slechte uitkomsten. De belofte van gelijke kansen gaat steeds holler klinken. Wat heb je aan gelijke kansen als je weet dat je niet in staat bent en nooit in staat zult zijn om ze te benutten, en je kinderen evenmin? Vuyk laat zien dat er, ondanks alle goede bedoelingen, in onze egalitaire samenleving een nieuwe vorm van ongelijkheid is ontstaan. Hij toont wat deze nieuwe ongelijkheid behelst, hoe ze is ontstaan en exploreert mogelijke oplossingen. Hoe bestrijden we ongelijkheid wél?"